Over Kinderkanker

 

 

Kanker en kinderkanker in cijfers

 

Op 3 februari 2019 meldde het NOS journaal een schrikbarend feit: Nederalnd heeft op dit moment 2 keer zo veel kankergevallen als 30 jaar geleden, 1 op de 3 mensen krijgen kanker. Je moet er niet aan denken wat de situatie zal zijn over 30 jaar als er niets verandert. Minstens 1 op de 2 mensen zal dan kanker krijgen. Een triest vooruitzicht voor onze kinderen.

 

 

Kanker in een welvaartsziekte van de rijke landen

 

Voor jonge mensen onder de 65 jaar in Nederland, is kanker als doodsoorzaak het hoogst van heel Europa, namelijk 47%, rapporteert het statistiekbureau van de EU Eurostat in 2016. Voor mensen ouder dan 65 jaar staat Nederaland op plek twee. Kanker is voornamelijk een welvaarsziekte, het komt vele malen vaker voor in de Westerse landen dan in de rest van de wereld en heeft dus te maken met onze leefstijlgewoontes en met name voeding. Onze voeding is de voornaamste ziekteveroorzaker werledwijd (34,6% van de ziekte), veel meer dan roken (6,5%), drinken (5,5%) en niet bewegen (3,1%) tesamen.

 

Het meest komt kanker bij vrouwen voor in de borsten (borstkanker). Bij mannen komt kanker meestal voor in de prostaat (prostaatkanker). Daarna komen bij mensen het meest voor de darmkanker en de longkanker. Bij kinderen zien we andere soorten tumoren, snellere groei en meer lijden. Onderstaande informatie is daarom zeer aangrijpend en heftig om te verwerken.

 

 

Wat is Kanker?

 

Kanker onstaat doordat beschadigde genen voor ongeremde celdeling zorgen. Als celdeling niet meer stopt noemen we dat kanker. Deze beschadigde cellen gaan niet meer dood, ze gaan groeien en woekeren. De kankercellen gaan zich verder uitbreiden naar het omliggend weefsel waardoor ook de gezonde cellen beschadigen. Dit noemen we invasieve groei en infiltratie. De kankercellen verplaatsen zich vervolgens verder in het lichaam, via de bloedbaan, via de lymfevaten en in holten van ons lichaam, bijvoorbeeld de buikholte. Dit noemen we uitzaaien.


Kinderkanker

 

Een aantal tumoren komen bijna alleen bij kinderen voor. Van kinderkanker spreken we vooral als genezing eigenlijk niet mogelijk is en de kleine patiënt geen volwassen leeftijd kan bereiken, zoals bijvoorbeeld bij hersenstamkanker.

 

Het verschil tussen kanker en kinderkanker is de groeisnelheid van de tumorcellen, bij kinderkanker is deze sneller. Volwassenen kunnen jarenlang met kanker rondlopen zonder er iets van te merken.

De dodelijke vormen van kinderkanker zijn zodanig agressief dat de genezingskans in Europa vrijwel nihil is. Behandelingen van kinderkanker zijn zeer agressief en pijnlijk.

 

Kankersoorten die het meest bij kinderen voorkomen zijn hersentumoren en leukemie (bloedkanker).

 

 

 


 

Kinderkanker in cijfers

 

 

Elk jaar krjigen in Nederland ongeveer 550 kinderen tot 18 jaar kinderkanker. Dat is ongeveer 10 zieke kinderen per week erbij. Na de diagnose begint de jarenlange gevecht tegen de kanker met niet zelden ernstige gevolgen en een fatale afloop. Kanker is na ongevallen de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen. In de periode 2002-2011 zijn volgens het CBS 862 kinderen tot en met 14 jaar overleden aan kanker.

 

Van de kinderen die overleven ondervindt 75% blijvende schade van de kanker of de zeer agressieve behandelvormen van kinderkanker. Blijvende schade is: slechtziendheid, gehoorproblemen, leerproblemen, groeistoornissen, onvruchtbaarheid, etc.

 

 

 

 

 

 

 

 

Hersenstamkanker

 

Per jaar krjgen ongeveer 125 kinderen hersenkanker, dat is de meest dodelijke diagnose. Hersentumoren zorgen volgens het CBS voor 40 % van alle sterfte aan kinderkanker. Daarvan is 15% hersenstamkanker oftewel hersenstamglioom. De overlevingskans van kinderen met hersenstamkanker is in Nederland 0%.

 

Leukemie komt volgens het CBS met 27% op de tweede plek wat kindersterfte betreft. Verder komt sterfte aan kanker van de hormoonafscheidende klieren (10%), botten (5%) en bindweefsel (4%) relatief vaak voor.

Andere dodelijke kankers bij kinderen zijn (non-) Hodgkin of lymfeklierkanker en kanker van het urogenitaal stelsel, zoals de blaas en de geslachtsorganen.